In het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies is donderdag 15 januari jl. het Kenniscentrum Oorlogsbronnen gelanceerd. Dit samenwerkingsverband van verschillende erfgoedorganisaties, archieven en ontwikkelaars gaat werken aan de bundeling van activiteiten, (digitale) producten en diensten rondom de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. Het NIOD is coördinator van dit programma en wordt bijgestaan door Digitaal Erfgoed Nederland (DEN). Hieronder volgt een interview met Erik die namens Seecr deelneemt in dit project.
Hoe was de lancering van dit samenwerkingsverband?
“Er was veel energie en enthousiasme bij de mensen. Vooral de speech van Puck Huitsing was hartverwarmend: over instellingsgrenzen en collectiegrenzen heen kijkend naar hoe je samen al je data en diensten kunt aanbieden aan gebruikers die geen boodschap hebben aan die grenzen maar iets willen weten over de oorlog. Er heerste een sfeer van dat die samenwerking nu eindelijk gaat lukken. Ook waren er mensen van DEN en de link naar “Schudden voor gebruik” was heel sterk aanwezig. Dit is de manier waarop we met erfgoed om moeten gaan in Nederland.”
Jouw rol in het geheel zal zijn: deelnemer/adviseur over het
werkpakket zoeken en vinden. Kun je een omschrijving geven wat
de werkzaamheden inhouden?
“Er waren bij de werkgroep zoeken, vinden en verrijken zeer diverse mensen met veel kennis en ervaring op de terrein en het gesprek o.l.v. Ivo Zandhuis was al snel op hoog niveau. Mijn bijdrage zal er vooral uit bestaan om kennis en ervaringen te delen die we hebben opgedaan met de netwerken voor onderwijs (Edurep/ECK), bibliotheken (NBC+), Europeana (Beeld en Geluid/nationale aggregator). Verder zal ik ook mijn visie hierover onder de aandacht brengen en proberen uit te leggen wat “Schudden voor gebruik” nu in de praktijk betekent. Ik zal hierin vooral Ivo ondersteunen met raad en daad.”
De eerste stap in 2015 is dat in verschillende werkgroepen verkenningen worden uitgevoerd naar gedeelde beleidsspeerpunten, al voor handen zijnde diensten en producten en strategieën om collecties beter vindbaar te maken voor de gebruiker. Ben jij bij deze stap al actief betrokken? En zo ja, waar ga jij je mee bezighouden?
“Mijn werkgroep zoeken, vinden en verrijken heeft in de eerste sessie al bedacht dat het “drielagenmodel” uit “Schudden voor gebruik” erg uitgeversgeorienteerd is, ofwel aanbodgericht: er is één stroom van data-eigenaar naar publiek. Maar we willen het publiek engageren en daarom hebben we in de eerste bijeenkomst al een ronde pijl door het drielagenmodel getekend. Dit heeft Ivo gepresenteerd in het plenaire overleg en het bleek heel goed geschoten. Alle andere werkgroepen hadden vergelijkbare ideeën over het feit dat er ook data van gebruikers terug gaat richting de instellingen. Ik zal denk ik vooral goed letten op de uitwerking hiervan.”
Wat zijn jouw verwachtingen ten aanzien van dit project?
“Ik hoop dat er een korte bondige visie komt te liggen waarmee in 2016 direct, in kleine projecten, aan de slag gegaan kan worden. Ook hoop ik dat men ziet wat er allemaal al is en op welke manier dat praktisch hergebruikt kan worden. Zo gaat het budget naar nieuwe mooie dingen en niet naar nog weer eens ontwikkeling van nieuwe tools.”
Heeft Seecr een eigen rol of is er veel samenwerking met andere partijen?
Hopelijk dat we kunnen laten zien dat we met de software die er al is aan de back-office kant snel een netwerk neergezet kan worden. Ik kijk uit naar samenwerking met creatieve partijen die er mooie eind-gebruikerstoepassingen op kunnen maken.
Verwacht je nog interessante technische uitdagingen in het project?
“Ik zie er op dit moment niet één die al niet eerder opgelost is. Maar tegelijk twijfel ik er niet aan dat ze er zullen komen want als het ambitieniveau van dit project gehaald wordt, gaanwe grenzen opzoeken en dingen anders doen. Het zou gek zijn als daar geen technische uitdagingen bij aan het licht zouden komen.”
Ben je enthousiast over dit initiatief?
“Al 10 jaar hoop ik op dit soort thematische netwerken, want het kan al lang. Dat het nu ook daadwerkelijk lijkt te gebeuren op een terrein wat zo versnipperd en tegelijk zo interessant en relevant is als de oorlogsbronnen lijkt een kantelpunt te zijn; er is iets in beweging gezet.
De wil en energie is er. Ik hoop dat we dat kunnen mobiliseren en kunnen vasthouden. Ik hoop ook dat er minder concurrentie tussen instellingen en bedrijven komt want er is genoeg te doen voor iedereen. Hoe meer we samenwerken hoe minder dubbel gedaan wordt en hoe meer leuke, nieuwe ontwikkelingen opgepakt kunnen worden. Ik ben enthousiast en kijk uit naar een waardevolle samenwerking!”
Meer weten? Klik hier voor meer informatie.